“The Integrated development project Pumdi-Bhumdi” & Aamaghar Parthsala. (1 nov- 9 dec)

4 januari 2015 - Pokhara, Nepal

“The Integrated development project Pumdi-Bhumdi” & Aamaghar Parthsala.

De aankomst in Pokhara is een verademing. Kathmandu heeft een batterij aan Unesco plekken, maar is daarnaast erg druk, krap en stoffig. Pokhara is ruimer opgezet, ligt aan het Phewa Lake en heeft een relaxte sfeer. Deze stad wordt vooral gebruikt als uitvalsbasis voor de wandeltochten in de Himalaya. Echte historische bezienswaardigheden zijn er niet, maar de 8000 meter hoge bergen staan vlakbij en het Mountaineering Museum is het bezoeken waard. Na een paar dagen de toerist te hebben uitgehangen in Pokhara gaat mijn project van start.

Nepalezen houden niet zo van afspraken maken of de regering heeft elke vorm van planning verboden. Het regelen van een vast moment waarop je mensen ontmoet lijkt al snel onmogelijk. Maanden voor de start had ik naar mijn idee een heldere afspraak op maandag 10 november met de voorzitter van de NGO van het FNV (Friends of Nepali VIllages), om me het een en ander te laten zien in het onderzoeksgebied, maar deze blijkt 2 dagen van tevoren helemaal niet in Pokhara te verblijven, dus dat gaat niet door. Ik krijg nieuwe contactgegevens, maar tot een dag voor mijn eerste kennismaking met de collega(‘s) van de NGO is alles nog vaag. Op het moment dat ik mijn Nepalese telefoon oppak en contact leg met Meenu, de schoolmanager van Aamaghar, gaan dingen opeens snel. Binnen een uur heb ik Meenu en Moti (de enige NGO-member in Pokhara) tegenover me zitten en niet snel daarna verhuis ik naar een andere lodge die blijkbaar voor me is gereserveerd gedurende de maanden van het project, dus toch iets geregeld..

De volgende dag ga ik voor het eerst met de lokale bus naar het onderzoeksgebied Pumdi-Bhumdi. Het gebied ligt ten zuiden-westen van Pokhara en wordt bewoond door ongeveer 9000 mensen die zich vooral bezighouden met landbouw. Het gebied is onderhevig aan sterke emigratie omdat vooral jongeren dromen van een toekomst in de stad. Het gebied is arm en worstelt met het wel of niet bij de stad betrokken kunnen worden. De lokale boeren willen graag de stad voorzien van producten, maar kennis en infrastructuur zijn minimaal, daarnaast is het gebied te droog voor meerdere oogsten per jaar.

Het onderzoek "Pumdi-Bhumdi"

Het hoofddoel van mijn aanwezigheid in Pumdi-Bhumdi is het opstellen van een Integrated Development Plan. Simpel gezegd moet ik uitzoeken waar de lokale bevolking het meest behoefte aan om een hogere levensstandaard te krijgen. Als dit duidelijk is kunnen we fondsen gaan werven in Nederland, waarna we de dingen tot uitvoer hopen te brengen in Nepal. Pumdi-Bhumdi is gekozen uit 3 verschillende pilot-gebieden.

Na een paar dagen zoeken krijgt het project langzaam handen en voeten in mijn hoofd. Meenu, de 34 jarige vrouwelijke schoolmanager, is erg betrokken bij de regio waar de kinderen wonen en samen overleggen we veel over de mogelijkheden en onmogelijkheden voor Pumdi-Bhumdi. Moti, de enige collega van de NGO ter plekke, is super aardig, maar spreekt geen Engels en is daardoor niet echt in staat mij direct bij te staan.

Allereerst probeer ik de reeds bestaande kennis van de lokale bevolking boven tafel te krijgen. We voeren gesprekken met mensen verantwoordelijk voor Roadmanagement, Woman Empowerment, de Village Development Committee, de lokale Health-Post enzovoort. Door dergelijke gesprekken krijg ik al een behoorlijk beeld van de belemmeringen in de regio en kan ik langzaam dingen gaan prioriteren en afstrepen.

De regering van Nepal is zwak en heeft geen enkele financiele ruggengraat. De 1,5% inkomstenbelasting wordt hooguit door een kwart van de mensen betaald, dus het is ook niet verwonderlijk dat veelgebruikte wegen bij ons niet eens zouden doorgaan voor mijnenveld. Het aanleggen of verbeteren van wegen is lokaal zeer gewenst, maar eveneens onacceptabel duur. Het bouwen van basketbalvelden op bergtoppen waar geen enkele toerist komt is ook niet een plan wat ik wil steunen met geld, ookal omarmen hele dorpen dergelijke ideeën. Zo vallen er dingen af, maar komen er goede concrete bestemmingen bij op mijn lijstje van mogelijkheden.

Onzichtbare drempels om over te struikelen

De Village Development Committee, is een overheidsinstantie die in elk gebied in Nepal is opgericht om zich in te zetten voor ontwikkeling van de regio’s. Zij hebben bepaalde budgetten en kunnen mensen/dorpen adviseren en financieel steunen wanneer nodig. De VDC leek mij de aangewezen instantie om een uitgebreide samenwerking mee aan te gaan, maar na een gesprek met de Chairman blijkt dat er eigenlijk niet veel geïnitieerd wordt door de 5 werknemers en krijgen Meenu en ik het gevoel dat ze niet echt zitten te wachten op bemoeienis van buitenaf. Er is geen overzicht van lopende of afgeronde projecten en heldere antwoorden op onze vragen blijven ook uit.

Dergelijke drempels komen gedurende de voortgang van het project steeds meer aan het licht. Mensen gunnen elkaar niet altijd alles, het kastensysteem is officieus nog ontzettend belemmerend voor ontwikkeling en ook politieke voorkeur speelt een uiteendrijvende rol, mensen zijn bijgelovig en laten niet het achterste van hun tong zien. Allemaal belangrijke lessen waar terdege rekening mee gehouden moet worden willen we de uiteindelijke donaties goed gaan besteden.

De school Aamaghar Parthsala

De school Aamaghar Parthsala is 2 jaar geleden geopend in Pumdi-Bhumdi. De NGO die daar de school heeft gesticht is ook de verantwoordelijke voor het Integrated Development Plan waar ik me op stort. De school fungeert als mijn uitvalsbasis, is redelijk bereikbaar, heeft een klein kantoortje en tevens zijn er docenten die met me samen werken. Aamaghar is een private school gefundeerd op giften uit Nederland (http://www.lightoflife.nl en http://www.nepalfonds.nl ). Governmental schools zijn uiteraard ook aanwezig in Nepal, maar de middelen die deze scholen hebben zijn zeer beperkt en ook deze scholen worden vrijwel allemaal door buitenlandse weldoeners gesponsord anders zouden de middelen echt ontoereikend zijn.

Ouders met iets meer geld proberen hun kroost op een private school te krijgen. De meeste private scholen staan in de steden, maar Aamaghar probeert zich staande te houden in een relatief arme plattelandsregio. Het feit dat ze kunnen bestaan komt doordat een groot deel van het schoolgeld nog steeds wordt betaald uit Nederlandse giften. Op termijn is het uiteraard het streven de school op eigen benen te laten staan, maar dat is niet zomaar 123 geregeld.

Op Aamaghar krijgen kinderen uit de armste en laagste kasten een kans op goed onderwijs. Het onderzoek dat ik uitvoer, wat moet leiden tot verbeterde bestaans-mogelijkheden voor de lokale bevolking, is ook gunstig voor Aamaghar, omdat de ouders van de schoolkinderen op termijn beter in staat zullen zijn zelf het schoolgeld te betalen.

De school biedt een mooi gebouw, gezond en lekker voedsel (Tara, de kok, is een ware kunstenaar) en voor Nepalese begrippen, goed onderwijs. De kinderen in de leeftijd van 2 tot 8 jaar hebben het er naar hun zin. Elk jaar komt er een jaarlaag bij en zo breiden ze langzaam uit naar een volwaardige basisschool, die in Nepal begint op 7 a 8 jarige leeftijd.

Ondanks dat ik in Nederland met veel plezier mijn dagen slijt in het onderwijs, heb ik al snel besloten dat ik me in Aamaghar niet als docent ga ontpoppen. De oudste kinderen spreken 8 woorden Engels en mijn 4 woorden Nepalees zijn onvoldoende om ook maar in de buurt te komen van goed onderwijs. Wel kijk ik een beetje mee naar de schoolstructuur en heb ik ook met de voorzitter van de NGO wat doorgepraat over de toekomst van Aamaghar. Er zijn veel ideeën maar deze lijken mij niet allemaal even realistisch en hopelijk komen we samen tot een concreter plan.

In de gangen aai ik over wat plakkerige kinderhoofdjes en maak ik geregeld een peuter aan het schrikken, iets waar ik me uren mee bezig kan houden. De kinderen en ik klikken prima en ondanks dat we bijna niet kunnen communiceren is het aantal “Namaste’s” wat ik per dag naar mijn hoofd geslingerd krijg, een veelvoud van het aantal kinderen in de school. Scholen zijn vaak een fijne plek om te verblijven, niet alleen voor leerlingen en ook zeker niet alleen in Nepal.

(Achterstallig) Onderhoud

De uren dat ik geen workshops plan of interviews uitwerk, stort ik me op het onderhoud van de school. De kozijnen van de school hebben op “sommige” plekken verf gekregen bij de bouw, maar op veel plekken is het hout nog kaal en beginnen na 2,5 jaar al rotte plekken te ontstaan. Ook de lokalen zijn met al die smoezelige kinderen behoorlijk smerig. Het kleuterlokaal is mijn eerste prooi en na een week van verzamelen van verf en materialen, geregel en heel wat uurtjes met plamuur, kwast en roller, ziet het lokaal er echt weer 10 keer beter uit. Het geld wat mij is toevertrouwd door familie, vrienden en collega’s gebruik ik om de materialen van te betalen, want het budget voor onderhoud is zeer beperkt vanuit de NGO. Trots op mijn werk inspecteer ik twee dagen later het peuterlokaal en tot mijn schrik heeft er zich een 4 meter lange rode penstreep gevormd op peuter-ooghoogte……..

De goedbedoelde verf-hulp van de schoolbus-chauffeur en de kok probeer ik vriendelijk af te slaan, edoch heeft de chauffeur binnen 20 minuten het voor mekaar gekregen meer verf naast het kozijn te draperen dan erop. Het schoolplein heeft nu een bruine vlek van een vierkante meter, waarna hij op geraffineerde wijze deze vlek heeft weten te verspreiden tot een samenraapsel van bruine voetstappen, druppels en plassen van terpentine die ook keurig opdrogen tot donker bruin. De kozijnen die hij eigenlijk moest verven, doe ik later nog een keer over zodat de oude gele verf overal gedekt is. Het hout kan iig weer wat moesson-buitjes hebben.

De keuken is de 1-na smerigste plek van de school. De muren zijn creme-achtig van kleur maar door de vuiligheid van de 80 setjes kinderhandjes die tweemaal daags te eten krijgen, is de onderste meter meer een donkerbruine waas van stukjes rijst, dhaal, jam en aardappel. Jullie begrijpen dat ik dat niet aan kon zien, de keuken is inmiddels voorzien van een mooie lichte kleur waarbij de onderste meter tot de grond een grijze washable-paintlaag heeft gekregen zodat ze die een stuk beter schoon kunnen houden (zonder twijfel de beste verf die ik ooit heb gezien, 1 keer dekkend, niet spetterend). De vloer is van stevig nieuw houtnerf-plastic en het geheel doet weer een stuk beter aan. De vele plekken waar de kok, in een half uurtje onoplettendheid van ondergetekende, allemaal nog meer grijze verf heeft gesmeerd, weet ik na een aantal dagen visueel te negeren wanneer ik geniet van mijn heerlijke middagmaaltijden.

Conclusie

Al met al is het project heel erg leuk om te doen. Ik heb een goede collega aan Meenu en samen zijn we echt in staat uit te zoeken wat de mensen nodig hebben. De kracht van de Nepalese sociale remmende werking is fors, maar enkel iets om te accepteren en omheen te werken en rekening mee te houden. Het is leuk om een tijd ergens te verblijven zodat je het niveau van toerist een beetje ontstijgt en ervaart dat dingen ook op den duur normaal worden.

Veel tijd gaat ook zitten in het “goed” spenderen van het geld wat ik van tevoren heb verzameld bij vrienden en collega’s.

Hieronder een aantal voorbeelden:

  • Eenvoudige instrumenten voor de health-post, ze hebben bijna niks
  • Tandenborstel clinic voor alle kinderen met gratis borstel en pasta
  • Verf voor de lokalen en keuken, verf is duur in Nepal
  • Gereedschap voor de school, want zonder schroevendraaier kan ik niks
  • Bewerkte kaarten voor bij de workshops met lokale bewoners
  • Bouwblokken voor de kleuters (in de aanbieding)
  • Atlas en wandkaart voor de school (kan ook niet anders natuurlijk)
  • Vuilnisbakken langs de weg naar de school
  • Toeristen informatiebord aan de Highway bij de afslag naar het gebied

Vanaf 14 december ben ik zelf een 3 tal weken aan het reizen door Nepal met mijn (vakantie)buddy Roel, waarbij we worden vergezeld van twee aantrekkelijke dames, Rosalinde en Floor, twee lieve collega’s van me. Begin januari ga ik dan weer aan de slag in Pumbi-Bhumdi om in de laatste 4 weken van het project zoveel mogelijk zaken helder te krijgen en een rapport te schrijven over mijn bevindingen.

Februari en maart blijven open om te reizen, al weet ik nog niet precies waarheen. In april draai ik mijn vierwieler weer het schoolplein van Laar & Berg op.

De tijd vliegt voorbij, zelfs in Nepal.

Dank voor het lezen.

Veel liefs

Foto’s

4 Reacties

  1. Greta Chaigneau:
    4 januari 2015
    Hey André, we hebben er lang op moeten wachten, maar het is weer een uitgebreid verhaal. Hopelijk kun je een aantal concrete doelen in beeld brengen en hetgeen wat je tot nu toe gedaan hebt zoals verven is natuurlijk hartstikke nuttig. Succes verder en hopelijk snel een volgend verhaal. Liefs, mam.
  2. Gerard Chaigneau:
    5 januari 2015
    Hoi André. Mooi verhaal over je belevenissen daar in doe-hetzelf-klusland Nepal. Ze zijn het, zoals ik uit je verhaal begrijp, zeker niet gewend dat er een winterschilder langskomt, die ook nog iets van schoolzaken en levensbehoeften weet. Als je later nog eens naar die school teruggaat, zul je zien dat alleen de door jou geverfde kozijnen nog overeind staan. Een of meerdere leerlingen zullen dan wel tot landbestuurders zijn opgeklommen en zich dan voortbewegen in oude Honda's om zich te verplaatsen tussen Nepal en Brussel. Nog een fijne tijd. Pa.
  3. Linnea:
    6 januari 2015
    Wat een ervaringen en zo goed geschreven ook. Het is erg leuk om te lezen wat je zo al voor het project hebt kunnen doen en hoe de situatie er is. Uiteraard zijn er dingen geweest, die je van te voren anders had verwacht/gepland, maar dat is aan te passen. De ervaringen en straks de herinneringen zijn toch onschatbaar.

    André geniet nog even van de tijd daar, want wat je schreef klopt...de tijd vliegt en eenmaal terug in Nederland....
    Liefs Linnea
  4. Lianne:
    11 januari 2015
    Supermooi broer, toffe foto's! Wat een vrolijke kindjes.