Vakantie in Nepal

4 februari 2015 - Pokhara, Nepal

10 december – 7 januari Nepal

Vakantie in Nepal

De komende weken ga ik weer wat meer van Nepal ontdekken. Roel, Rosa en Floor zullen op verschillende momenten aanhaken danwel afhaken. Allereerst moet ik in Kathmandu zien te komen omdat Roel daar aankomt op 15 december. Ik besluit een paar dagen eerder te vertrekken uit Pokhara om een aantal tussenstops op de heenweg te maken. Gorkha, Bandipur en Manakamana zijn mijn goals.

Ik stap na een paar uur uit de bus, klaar voor de klim naar Bandipur. Na een uurtje kom ik langs een groteske grot die pas in 1996 is ontdekt, een attractie wat ik uit de Rough-Guide heb geplukt. Ik krijg de verplichte rondleiding van een jongen met een zaklamp en vervolg daarna mijn klim naar “de mooiste straat van Nepal”. Bandipur is een oude handelsplaats, gesitueerd op een hoge richel. Na 2 uur zweten drop ik mezelf op een terrasje met een koffie en cola. Het is een mooie, idyllische, authentieke plek. Ik vind een evenzo authentiek onderkomen en loop de straat een paar keer heen en weer. De zonsondergang is fenomenaal deze avond en trakteert me op de hoogste bergen van de wereld in de kleuren grijs, wit, rood, oranje en zwart. De volgende morgen ga ik door naar Gorkha "de Cradle of the Nation".

De bussen naar Gorkha zijn zo gevonden en na 2 uur stuiteren bevind ik me op een 300 hoogtemeter trap naar de heilige tempels boven de stad. Wederom is de zonsondergang onweerstaanbaar en mijn zaklamp brengt me veilig thuis. De volgende morgen bekijk ik nog een karig museum in een machtig mooi gebouw en stap ik weer in de bus naar beneden omdat ik die middag nog de pelgrimsroute omhoog naar Manakamana, de “tempel van de wensen”, wil maken.

Vanuit Abu Khaireni begint een 1000hoogtemeter klim naar Manakamana met veel trappen en geregeld een verdwaald winkeltje. De oude pelgrimsroute wordt vanaf de andere kant beconcurreerd door een Zwitserse stoeltjeslift, met als resultaat dat ik de enige gek ben die de klim maakt die dag. Onderweg kom ik wel veel afdalende Nepali tegen die blijkbaar alleen de skilift omhoog konden betalen (enkeltje is 1100 roepies, ongeveer gelijk aan 2 dagen werken voor een Nepalese docent). Kleine smet op deze dag is dat ik onderweg aan de lopende band word uitgelachen vanwege het feit dat ik omhoog loop. De geschriften vermelden echter dat de wensen worden beantwoord na het volbrengen van de pelgrimsroute omhoog, ik denk dat Boeddha daarmee niet de skilift heeft bedoeld, dus wie lacht hier het laatst?

Boven openbaart zich een meute van honderden mensen, met allerhande offerspul, zoals geiten, kippen, bloemen en rijst. De straat ligt vol met bloed, bloemen, etensresten en afval. De rij voor de tempel, waar ik me overigens niet in voeg, is Efteling waardig. De geiten lopen zelfstandig naar binnen en worden ondersteboven weer naar buiten gedragen in een zak waarin zich een grote rode vlek heeft gevormd op de plek waar ooit hun mekkerende geitenkopje heeft gezeten.

Het mooiste moment komt echter als ik ’s avonds om 21:00 nog een keer naar de tempel loop en het er totaal uitgestorven is. Ik loop er een paar rondjes omheen, draai aan wat gebedsmolentjes en maak mijn wensen. Het bloed is vermengd met het water van de regenbui die een paar uur daarvoor is gaan vallen en de wakkerende offervuren laten de rode plassen oplichten, waardoor het geheel een indrukwekkende maar morbide uitstraling heeft gekregen.

Weer opweg naar Kathmandu besluit ik wel de skilift naar beneden te nemen, mijn knieën dienen gespaard te worden voor de trektocht volgende week en hebben aardig te lijden gehad onder mijn eerdere trekking rond de Manaslu. Voordat ik beneden de local bus naar Kathmandu kan betreden, worden er eerst 5 geiten door het gangpad naar buiten geleid, ook bij het inladen van mijn backpack in de achterklep staren 3 paar bange geitenoogjes me aan. Het is alsof ze weten dat ze straks, in de speciale geitenbakken, met de skilift een definitief enkeltje naar de tempel zullen maken.

De tocht naar Kathmandu verloopt voorspoedig en ’s avonds heb ik een afspraak met de voorzitter van de NGO. We bespreken mijn lopende project en ik heb wat vraagtekens bij een aantal zaken omtrent de school in Pokhara. Ik ben “slechts” een vrijwilliger dus kan ook niet te stellig zijn in mijn bewoording.  De doelstellingen en de daaraan gekoppelde, danwel ontbrekende, plannen voor Aamaghar doen mijn wenkbrauwen enigszins fronsen.


De volgende morgen landt mijn goede vriend Roel, ik ben blij dat ik weer eens wat Nederlands kan praten en dit mooie land aan iemand mag laten zien. We verblijven een tweetal dagen in Kathmandu en huren daarna twee gemotoriseerde tweewielers, een kruising tussen een brommer en motor, om door het land te gaan crossen. De koelte van de wind onder je helm en de acceleratie van deze machina blijken voor ons beiden erg verslavend. We eindigen uiteindelijk in een ander walhalla van Nepal, Baktapur. Een stad slechts 10 kilometer van Kathmandu, maar 100 keer mooier. Ben je ooit in Nepal, vink dan de Unesco plekken af in Kathmandu en ga daarna naar Baktapur voor een echte indruk van het oude Nepal, weg van de betonnen huizen, enorme overdaad aan reclameborden, schreeuwende taxi’s en stofwolken.

Na twee dagen toeren en het overleven het spitsuur op de ringweg van Kathmandu met al zijn uitlaatgassen, leveren we onze bikes weer in en haal ik Floor de volgende ochtend vroeg van het vliegveld. Een dag later landt Rosa met vette vertraging. Zo bevind ik mij binnen een week 3 keer op het vliegveld, godzijdank hadden ze er (oplos)koffie.

Met zijn vieren snuffelen we in twee dagen de belangrijkste trekpleisters af in Kathmandu, zoals de Monkey Tempel en Durbar Square. We pakken een taxi naar Baktapur en gebruiken daar ook de nacht gevolgd door een zalig ontbijt in een, voor Nepalese begrippen, te luxe hotel.

Eenmaal terug in Kathmandu bezoeken we de meest heilige plek voor Nepalese Boeddhisten om te sterven en gecremeerd te worden, Pashupatinath. Rosa trekt het er voor geen meter en Roel ergert zich aan de heilige bedelaars in oranje gewaden die niets doen. Floor en ik vinden het fascinerend te zien hoe families de overledene eren door hun voeten te wassen in de rivier, gezamenlijk om de brandstapel heen wandelen en daarna wachten tot de geliefde is opgegaan in de vlammen. Naar mijn idee mooier dan in een onbetaalbare kist weggeschoven worden in de muur en terug te keren in de vorm van stof. De keerzijde van dit eewenoude ritueel is dat de smeulende resten van de brandstapel de rivier in worden geschoven, welke ongeveer 20 cm diep is en dus ontzettend smerig. De gedachte dat de resten van duizenden mensen in dit open riool zijn geëindigde doet je kokhalzen bij het zien van spelende kinderen in de blubber en een vrouw die het water benut om haar dorst te lessen. 

Het is tijd voor onze trekking naar Annapurna BaseCamp. Eerst een dagje in de bus naar Pokhara en de volgende ochtend naar het beginpunt. Annapurna BaseCamp, in de volksmond ABC genaamd, is de plek waarvandaan de eerste succesvolle Engelse Annapurna (8091m) expeditie hun kamp had opgeslagen. De route is populair omdat het in 8 tot 12 dagen te lopen is, vlakbij Pokhara begint en je naar een atrium van de hoogste bergen van Nepal leidt. Wij lopen de route in de ijzige winter waardoor het aantal toeristen een fractie bedraagt tov de voor- en najaar meute.

De komende 7 dagen worden we ondergedompeld in de meest prachtige vergezichten, luxe lodges, heerlijk eten en ons eigen zweet. De nachten worden steeds kouder naarmate we hoger komen, maar gelukkig schijnt de zon vrijwel onafgebroken. We vieren kerst met een prachtige zondondergang en een luxe Daal Bhaat maaltijd  met bier en whiskey en sterren. Rosa moet na 3 dagen helaas rechtsomkeerts maken, omdat haar knie het heeft begeven en ze alle tijd nodig heeft om op tijd terug te komen. De 4de klimdag bevindt zich geheel boven de 3000 meter en het tempo gaat er dan ook goed uit.

Magisch om (weer) te ervaren hoezeer wij zuurstof nodig hebben om te kunnen leven. Na een lange dag klimmen komen we voldaan aan op 4130 hoogte in het camp, waar we de keuze hebben uit 3 lodges met goede keukens en evenzo kamers. De nacht is bitterkoud en de temperatuur in onze hut onder het vriespunt, samen met het zuurstofgebrek zorgt dit voor hoofdpijn, rillingen en weinig slaap. De zonsonder en -opgang zijn natuurlijk een must en staan nog scherp in ons geheugen gegrift. Edoch zijn we blij de volgende morgen naar lagere oorden te verhuizen, want de acclimatisatie is niet optimaal geweest wat te merken is aan kortademigheid en aanzwellende hoofdpijn. Ook moeten we Rosa zien in te halen, want die banjert ergens alleen tussen hemel en aarde. In 2 dagen maken we veel meters en sluiten we weer bij elkaar aan. Die avond dobberen we in een hotspring aan de rivier onder de sterrenhemel, een paradijsje.

De laatste dag is een eitje en wordt afgerond met een jeeprit van 2,5 uur terug naar Pokhara. De hele ABC tocht is fantastisch geweest, gezien de beperkte 7 dagen die we hadden is het met de hoogteproblemen ook erg meegevallen, niks wat roze smarties (IBU's) niet kunnen oplossen, maar voor eigen comfort en een extra beetje veiligheid is het beter er een paar dagen meer voor uit te trekken. Mijn Nederlandse gasten bleken stuk voor stuk enorme bikkels en Rosa haar knie, tja waar heb je eigenlijk een knie voor nodig als je in Amsterdam woont en een Peugeot rijdt?

In Pokhara genieten we van de rust die deze stad met zich meeneemt, het lekkere eten en een paar biertjes. Het Streetfestival ter ere van nieuwjaar verschaft ons enig vertier, al zal Floor dat misschien niet kunnen beamen. We maken nog een peddeltocht over het meer, waarbij Rosa haar Friese roerganger skills nieuw leven inblaast. Roel vertrekt op oudejaarsdag naar Kathmandu om zijn vlucht te halen. De rest van ons gezelschap vertrekt na nieuwjaarsavond naar het Chitwan National Park om tijgers te spotten.

Chitwan ligt in de Terai regio en is weer totaal anders dan de rest van Nepal. Het is laidback en opent deuren tot het spotten van groter wildlife. In 2 dagen maken we een kanotocht, bushwalk, Jeep safari en elephant-ride. De Jeep safari is koud en nat en biedt enkel zicht op de kont van een neushoorn ver weg. Ik ging voor de tijgers, maar die houden zich schuil. Floor en Rosa vertrekken weer naar Nederland en ik blijf nog een dagje langer en spot vanaf de rug van een olifant een enigszins zenuwachtige neushoorn die langzaam wordt ingesloten door 10 olifanten en 40 toeristen. Gaaf om zo dichtbij te komen. En dan moet ik ook terug naar Pokhara om deel 2 van het project te gaan aanzwengelen. Het projectgeld is al flink geslonken in de eerste 5 weken, maar ik heb nog genoeg ideeen om de rest er nuttig doorheen te jagen.

De afgelopen 5 weken waren gezellig en vakantie samen met vrienden en vriendinnen om je heen blijft toch het fijnste. Bedankt voor de leuke tijd.

Groeten André

 

 

 

 

 

 

 

Foto’s